DCD

Indien jouw kind moeite heeft met motorische vaardigheden, waarbij jouw kind onhandig is of de uitvoering traag/onnauwkeurig is, dan kan er sprake zijn van DCD (Developmental Coordination Disorder). De eerste symptomen zie je al op vroege leeftijd en worden vaak duidelijk in de basisschoolleeftijd. Jouw kind laat bijvoorbeeld dingen vallen of stoot regelmatig tegen iets aan. Of hij heeft bijvoorbeeld moeite met het vangen van een bal, met schrijven, fietsen of gebruik van een schaar of bestek. Dit kan vervolgens invloed hebben op schoolprestaties, voorbereidende beroepsactiviteiten of bij sport en spel.

Als jouw kind DCD heeft, kan dit gevolgen hebben voor het dagelijks leven. Kinderen met DCD hebben meer structuur en ondersteuning nodig dan andere leeftijdsgenootjes. Daarnaast kan het zijn dat jouw kind minder lichamelijke activiteiten verricht, zoals bijvoorbeeld deelnemen aan een teamsport. Dit heeft invloed op de lichamelijke conditie van jouw kind. Ten slotte kunnen er gedrags- en sociale problemen ontstaan als jouw kind DCD heeft.

Kinderfysiotherapie bij DCD problemen. Indien jouw kind onhandig is, kan je naar de kinderfysiotherapeut.

“Wanneer een kind moeite heeft met alledaagse vaardigheden kan er mogelijk sprake zijn van DCD.”

Hoe stel je DCD vast?

De diagnose DCD wordt gesteld door een arts, meestal door een revalidatiearts of een kinderarts. Het onderzoek richt zich op verschillende ontwikkelingsgebieden van het kind, waaronder de motorische ontwikkeling. De kinderfysiotherapeut zal een motorisch onderzoek uitvoeren en deze gegevens (na toestemming van ouders) bespreken met de arts. Meestal wordt de diagnose gesteld als het kind vijf jaar of ouder is. Ieder kind ontwikkelt op zijn eigen tempo, waardoor het kan zijn dat een jonger kind (<5 jaar) de vertraging in de motorische ontwikkeling later spontaan wordt ingehaald.

Bij een vermoeden op DCD wordt de Movement-ABC-2 test uitgevoerd door de kinderfysiotherapeut. Dit is een motorische ontwikkelingstest.

De kinderfysiotherapeut voert een motorisch onderzoek uit, waarbij o.a. gebruik wordt gemaakt van het meetinstrument de Movement- ABC- 2. Tijdens deze test voert het kind acht motorische taken uit, waarbij handvaardigheid, balvaardigheid en evenwicht aan de orde komen.

Kinderfysiotherapie bij DCD

Indien het kind en ouder een hulpvraag heeft op motorisch gebied, kan de kinderfysiotherapeut hierbij helpen. Samen met het kind en ouders maken we een plan om hiermee aan de slag te gaan. Daarnaast kan het zijn dat er ook contact op wordt genomen met school als er vanuit die omgeving een hulpvraag komt. Dit contact gaat altijd in overleg met ouders. Spelenderwijs gaan we met het kind aan de slag om aan de gezamenlijk gestelde doelen te werken.

Is jouw kind onhandig, traag of onnauwkeurig in zijn dagelijks handelen? Dan kan je de kinderfysiotherapeut raadplegen.
Indien het kind en ouder een hulpvraag hebben, maken we gezamenlijk een plan.

Samenwerkingen in Dordrecht

Indien wij vermoeden dat er sprake is van DCD, kunnen wij adviseren om naar de revalidatie arts van Rijndam te gaan. Daarvoor heb je eerst een verwijsbrief nodig van de huisarts. Aangezien er op meerdere vlakken vaak problemen zijn, kunnen ook andere disciplines betrokken worden. Wij hebben verschillende samenwerkingen met andere disciplines in Dordrecht. Bij een vermoeden op DCD kun je denken aan een verwijzing naar de ergotherapeut, een orthopedagoog, een psycholoog of een logopediste.

Meer informatie