Blessures in de groeispurt

Kinderen in de groei zitten in een risicoperiode om een blessure op te lopen tijdens het sporten.

Wat is het verschil in sportblessures bij kinderen en volwassenen?

Als een kind een blessure of letsel oploopt door het sporten, dan zie je vaak andere letsels dan bij een volwassene. Zo is groeiend bot bij kinderen zachter dan het volwassen bot, waardoor de locatie en ernst van een botbreuk verschillend kan zijn. Indien jouw kind zichzelf heeft overbelast met sporten, zie je ook een verschil in locatie van de pijnlijke plek van een overbelaste pees. Zo ervaart het kind meestal pijn ter hoogte van de plek waar de pees aan het bot vastzit. Volwassenen ervaren meestal pijn bij de pees zelf. Voorbeelden van overbelasting letsels bij kinderen zijn pijn ter hoogte van de knie (Osgood-Schlatter en Sinding-Larsen Johansson) en pijn bij de hiel (Morbus Sever).

Een kind is geen volwassene in het klein. Sportletsels verschillen van die bij volwassenen.

Bron: Boek Kinderfysiotherapie, 2008.

Ook bij kinderen kan eenzelfde trauma leiden tot verschillende letsels. Dit is afhankelijk van de leeftijd en de ontwikkeling waar het kind in zich bevindt. In de fase voor de puberteit (5-10 jarigen) zie je vaak dat de gewrichtsbanden bij kinderen zwakker zijn dan de groeischijven in het bot (groeischijven bevinden zich aan de uiteinden van de botten). Als een kind valt tijdens het sporten, zal het kind eerder een letsel oplopen aan de gewrichtsband dan aan de groeischijf. Tijdens de puberteit zie je dat dit juist andersom is. Op dat moment zijn de groeischijven zwakker dan de gewrichtsbanden, waardoor kinderen eerder een botbreuk oplopen.

Mijn kind heeft kniepijn‘ – Kinderen die in de groei zitten ervaren bij overbelasting vaak klachten in de knie, omdat de spieren relatief kort zijn. Je ziet dit vooral bij sporten waarbij er intensief gerend of gesprongen wordt. Het kind kan vaak met 1 vinger de pijnlijke plek aanwijzen. Het drukken met de vinger op deze plek doet dan ook pijn. De kinderfysiotherapeut zal jullie adviseren wat je het beste kunt doen qua sportactiviteiten. Daarnaast zal er onderzoek verricht worden om te beoordelen of het kind specifieke oefeningen nodig heeft om de spieren op te rekken en te trainen.

Waarom ontstaan deze klachten tijdens de groeispurt?

Een spier loopt over in een pees en dit zit vast aan een stuk bot. Bij kinderen zijn deze aanhechtingen nog niet volgroeid tot bot, maar is het nog zacht kraakbeen. Dit kraakbeen kan minder belasting verdragen dan volgroeid bot. Op het moment dat het kind in de groeispurt fase zit, groeien de botten sneller dan de spieren en de pezen. Hierdoor trekken de pezen te hard aan het kraakbeen waar ze aan vastzitten, zeker als er ook nog te intensief gesport wordt. Dit kan gaan irriteren en pijnklachten veroorzaken.

Daarnaast is het belangrijk dat de spieren voldoende krachtig zijn en goed op lengte zijn. Als dit uit balans is door de groeispurt, dan kunnen er ook blessures ontstaan. Tijdens de puberteit zit een kind in een risicoperiode: de groei vindt dan voornamelijk plaats in de lange beenderen/botten. Spieren en pezen lopen wat achter, waardoor ze relatief korter worden. Wat er kan gebeuren is dat bijvoorbeeld de knieschijf meer naar boven en naar buiten wordt getrokken. Als de bovenbeenspieren niet goed getraind worden om dit te corrigeren, dan zal het kind hier pijnklachten kunnen gaan ervaren.

“De klachten gaan in de meeste gevallen vanzelf over, maar dit kan maanden tot meer dan een jaar duren.”

Na een langere tijd rust of na een vakantie periode is het belangrijk om het sporten weer rustig op te bouwen. De conditie van jouw kind kan flink achteruit zijn gegaan, ondanks dat je jouw dochter of zoon wellicht nog hebt gestimuleerd om regelmatig naar buiten te gaan. Lees hier onze tips om jouw kind weer op een goede manier te laten sporten na zo’n vakantie periode.

Hoe kunnen we deze klachten behandelen?

Tijdens de groeispurt kunnen er blessures ontstaan. Sportbeoefening moet aangepast worden door de kinderfysiotherapeut.

Het kind moet in deze fase de activiteiten die pijnklachten veroorzaken, zoals bijvoorbeeld sportbeoefening, aanpassen.

Spieren kunnen minder sterk worden door de groeispurt, waardoor stabiliteitstraining belangrijk is tijdens kinderfysiotherapie.

Daarnaast krijgt het kind oefeningen van ons mee om de spieren op te rekken. Wanneer een spier langer wordt, kan de spier weer minder sterk zijn om het gewricht (bijvoorbeeld de knie) goed te stabiliseren. Daarom is het belangrijk om ook stabiliteitsoefeningen en kracht oefeningen uit te voeren tijdens het behandeltraject.

‘Mijn kind klaag over hielpijn tijdens het sporten en lopen’ – Aan het hielbot zit de pees van de kuitspier vast. Als een kind nog in de groei zit, dan is dit stukje bot nog zacht kraakbeen. Als de kuitspier te veel wordt gebruikt tijdens het sporten, dan trekt de pees van de kuitspier telkens aan dit zachte stuk kraakbeen. Er kunnen kleine scheurtjes ontstaan, waardoor uiteindelijk pijn en zwelling ontstaat. Het kind ervaart pijn. Bij deze pijnklachten zal de kinderfysiotherapeut advies geven in sportactiviteiten, rekoefeningen opgeven en indien nodig oefeningen doornemen voor de spierkracht/stabiliteit van de enkelspieren. Ook kan de kinderfysiotherapeut het kind doorsturen naar de podotherapeut.

Neem vrijblijvend contact met ons op